Alle standpunten en onderbouwing voor verkiezingsprogramma’s

De kerngroep van PvdA Netwerk Zorg haalt op gezette tijden ideeën en standpunten op bij haar leden. Die resulteren in een steeds veranderende notitie met daarin input voor verkiezingsprogramma's. Deze standpunten bespreken we regelmatig met PvdA-vertegenwoordigers in de Tweede en Eerste Kamer. Hieronder vindt u de laatste standpunten en de flyer van PvdA Netwerk Zorg.

Download hier onze standpunten: 15 standpunten voor de Zorg 2023

A) Gezondheidsverschillen.

  1. Mensen met een laag inkomen en lagere opleiding hebben vaak een slechtere gezondheid dan mensen met een hoger inkomen en hogere opleiding. Mensen met een hogere opleiding leven gemiddeld 7 jaar langer. Deze verschillen zijn voor de PvdA niet acceptabel. Verkleining van die verschillen is een topprioriteit.
  2. Voor de oplossing van dit probleem moeten we op veel terreinen maatregelen nemen. Op het gebied van zorg en preventie; op het gebied van schuldhulpverlening en armoede bestrijding; baanzekerheid; belastingmaatregelen zoals een suikertaks en een lage BTW op groente, fruit en andere gezonde levensmiddelen; goede scholen voor kinderen uit gezinnen met weinig geld; meer bemoeienis van de overheid met huisvesting (o.a. meer sociale woningbouw).

B) Organisatie van de zorg

  1. We willen af van de marktwerking in de gezondheidszorg. Samenwerking en overleg worden het leidende principe en niet concurrentie. Daarvoor willen we naar regionale organisatie van de zorg, met één verzekeraar per regio.
  2. Er moeten veel minder polissen komen voor het basispakket. Per verzekeraarsconcern komt er slechts één polis voor het basispakket.
  3. Alle noodzakelijke zorg moet in het basispakket. In de aanvullende verzekering zit dan geen noodzakelijke zorg meer.
  4. Voor noodzakelijke zorg hoef je geen eigen bijdragen en geen eigen risico te betalen. De Zorgpremie wordt bijna helemaal inkomensafhankelijk. De zorgtoeslagen zijn dan niet meer nodig. Dit voorkomt ook het rondpompen van geld.
  5. Kwaliteit van zorg is primair een zaak van (georganiseerde) beroepsbeoefenaren en patiënten(organisaties). Zij ontwikkelen van richtlijnen en standaarden. Dat is de beste manier om kwaliteit van zorg te realiseren.
  6. Burgers moeten voldoende te zeggen hebben over de zorg (democratische legitimatie). Ze moeten merken, dat hulpverleners en zorginstellingen naar ze luisteren en ze serieus nemen. Ook als verzekerde moet de burger voldoende te zeggen hebben over verzekeraars.
  7. Mantelzorgers zijn van grote waarde in de zorg. Ze moeten de kans krijgen hun belangrijke werk te doen. In de CAO’s staan daarover goede afspraken. Ze krijgen voldoende begeleiding en scholing van professionele zorgverleners. Ze kunnen gebruik maken van moderne communicatiemiddelen zoals e-consulten, telemonitoring, beeldbellen.

C) Jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

  1. De specialistische zorg voor complexe (psychiatrische) problemen van kinderen moet de overheid landelijk gaan regelen. Die zorg moeten gemeenten dus niet zelf contracteren. Mogelijkheden daarvoor zijn een centrale inkooporganisatie of een fonds van alle gemeenten gezamenlijk.
  2. Er moet een duidelijke omschrijving komen voor wie en voor welke problemen de jeugdzorg bedoeld is. Voor die problemen zijn teams per dorp of per wijk, die zelf zorg bieden of naar andere hulpverleners verwijzen. Voor opvoedingsondersteuning en lichtere problemen versterken gemeenten het welzijnswerk, sportactiviteiten, buurtactiviteiten, maatjesprojecten, ed.
  3. Als kinderen niet thuis kunnen blijven wonen, heeft plaatsing in gezinsvervangende voorzieningen (pleegzorg of gezinshuis) de voorkeur boven plaatsing in grotere instellingen.

D) Wonen, welzijn en zorg voor ouderen

  1. Er is dringend behoefte aan passende huisvesting voor ouderen. Gemeenten krijgen de opdracht om samen met de oudere bewoners per wijk of dorp plannen te maken voor woningaanpassingen en nieuwbouw te ontwikkelen voor huur- en voor koopwoningen.
  2. Het rijk stimuleert de totstandkoming van woon service zones. Die worden gerealiseerd door het bouwen van nieuwe woonbuurten en via herinrichting van buurten, waar veel ouderen en mensen met beperkingen wonen.
  3. Samenhangende Zorg aan thuiswonende ouderen en mensen met beperkingen komt van samenwerkingsverbanden van huisartsen, wijkverpleegkundigen en sociale dienstverleners. Dit doen zij per wijk of dorp, samen met vrijwilligers en mantelzorgers.